8. Het DEK en de Eems

Vrijdag 27 juli

Vertrek is vroeg gepland, want we gaan het Dortmund Eems Kanal op en willen naar Lingen. Onderweg komen we 6 sluizen tegen en tussendoor is er weinig gelegenheid om te overnachten. Gelukkig hebben we een vrachtvaarder voor ons, waarmee we in iedere sluis mee kunnen schutten. Dat scheelt aanzienlijk in wachttijden. Toch is het een lange, warme dag. We varen 8 uur en hebben dan 44 km afgelegd. In Lingen is er geen schaduw onder de bomen, dus Bertus en Ll bouwen een tentje en Elvira gaat naar de Lidl om maaltijd salades te halen. Aan het eind van de middag fietst Ll naar het station. Morgen wil ze de auto ophalen om die een stukje verder te parkeren. We bekijken de kaart en besluiten morgen naar Meppen te gaan. Elvira en Bertus met de Belinga en Lln met de auto.

Zaterdag 28 juli

Ll pakt om 9.45 de trein naar Lübbecke en wij gaan richting Meppen. Bij de twee sluizen die we tegenkomen vallen de wachttijden mee. Bij de eerste sluis maken we vast aan een binnenvaarder, er zijn geen andere mogelijkheden om vast te maken. We mogen doorkomen als de lichten op groen staan. In de sluis liggen drie sportboten en als die eruit zijn gevaren kunnen wij erin. We liggen alleen in de sluis en kunnen kiezen aan welke bolder we afmeren. Bij de volgende sluis hoeven we niet eens af te meren, Bertus houdt de Belinga gaande en als de lichten op groen springen kunnen we erin. We liggen weer alleen in de sluis. Bij Meppen varen we langzaam een zijkanaaltje in met het zicht op de dieptemeter. We hebben niet veel water onder de kiel. De dieptemeter schommelt tussen 0,4, 0,2 en zelfs 0,0 . Gelukkig is hier zachte bodem. Aan het eind van de bocht zien we de jachthaven liggen en meren af in een box. Onderweg heeft Ll een appje gestuurd dat ze in de auto zit en ook onderweg naar Meppen is. 

Inge informeert waar we liggen en merkt op dat we niet ver van hun vandaan zijn. Als verrassing komen ze ( Inge, Henri en Nora) ons bezoeken. Ll trakteert ons op een etentje in het restaurant van de jachthaven. Lekker en heel gezellig. Nora en Ll nemen plaats in een strandstoel die we ook al in Lübbecke hebben gezien en bij meerdere restaurants. Na het eten stappen de IJsselmuidenaren in de auto. Ze rijden er ongeveer een uur+ kwartier over.

Zondag 29 juli

Vandaag blijven we in Meppen. Ellen en Bertus rijden naar de benzinepomp om diesel te tanken en Elvira doet de was. We pakken de fiets en gaan de omgeving en het stadje bekijken. In de stad drinken we niet lekkere koffie. Er is wel WLAn, dus de apps op de telefoons worden geüpdatet en foto’s op de site geüploaded. 

 ‘s Middags lezen we boeken en nieuws. 

Maandag 30 juli

Bertus en Ellen tanken diesel en daarna gaan Ll en Elvira naar de Kaufland om boodschappen te doen. Er is nu een auto en daar maken we gebruik van. We nemen afscheid van Ellen na een plezierige en warme week en varen Meppen weer uit. We houden de dieptemeter weer in de gaten en komen zonder kleerscheuren weer op het DEK. Vandaag schutten we in drie sluizen. Van de eerste sluis na Meppen is de nieuwe kolk gestremd en we komen in de oude kolk terecht. Deze constructie hebben we nog niet meegemaakt. Aan bakboord staan er alleen een paar meerpalen en aan stuurboord meerpalen naast een trap. We leggen vast aan stuurboord en moeten overpakken aan de trap. Nu kunnen we ook Bertus z’n nieuwe plank proberen. Eerst stootwillen en daaroverheen de plank. De plank naast het wrijfhout gaat goed. Past precies met de meerpalen. Na de derde sluis gaan we op zoek naar een aanlegplaats, want het is alweer benauwd warm. We komen terecht in Marina park Emstal bij km 199 in het DEK.

Dinsdag 31 juli

We overwegen of we in deze jachthaven een dagje zullen blijven liggen, maar we besluiten om toch verder te varen. Het is bewolkt en er staat een windje. Heerlijk weer! In de eerste sluis konden we zo invaren. We passeren hier een zeilboot die midden in de sluis heeft vastgemaakt en gaan voorin de sluis liggen. Het duurt even voordat er op een knopje wordt gedrukt. Bertus bekijkt de oude kolk die er net zo uitzien als de oude kolk van Meppen. Afmeerpalen met daarnaast een trap. Hij maakt er foto’s van. Bij de sluis van Herbrum hebben we minder geluk. De sluis is gespert en moet worden gerepareerd. We krijgen te horen dat we 2,5 uur moeten wachten. Als er na die wachttijd van de andere kant een binnenvaarder aankomt, krijgt die voorrang. Dat betekent een lege schut naar beneden en daarna een schut omhoog voor de beroepsvaart. En wij maar wachten. Als de sluis leeg is komt er van onze kant ook een binnenvaarder die natuurlijk eerst de sluis ingaat. In de wachttijd zijn er intussen nog drie sportboten bijgekomen. We zijn nu met z’n vijven. Er wordt omgeroepen dat er 4 sportboten meemogen met deze schut, maar we passen er met z’n allen in. Ondertussen stuurt Henri ons een linkje van de webcam van de sluis en een foto. Als we de sluis uitkomen willen we wel graag stoppen met varen op deze dag. Bij de sluis van Rhede zien we een mooi oppertje en we besluiten daar aan de drijvende steiger vast te knopen. We liggen er heerlijk rustig en genieten van de mooie avond, tot Elvira van haar boek opkijkt en ziet dat er een aantal meters verderop de bodem te voorschijn komt. We zijn aan het droogvallen, wat we met de Zeelandia nooit wilden. We zakken steeds dieper in de prut en moeten ouderwets op de emmer naar de wc.

Woensdag 1 augustus

Na een onrustige nacht worden we om 4 uur wakker en besluiten nog een uurtje te slapen. Om 6.15 anderhalf uur na HW ( het water is  al weer een meter gezakt) maken we de landvasten los en varen een dichte mist in. Achteraf hadden we natuurlijk moeten blijven liggen en nog een keer droog moeten vallen en ‘s middags moeten vertrekken, maar dat hebben we niet gedaan. De zon schijnt, maar komt nog niet door de mist heen. We varen van staak naar staak en zien de beide oevers niet. Gelukkig komen we geen binnenvaarder tegen. Als de mist eindelijk is opgetrokken komt een binnenvaarder ons tegemoet en aan stuurboord zien we ondiepe plekken aangegeven door boomtakken. We prijzen ons gelukkig dat we die nu wel kunnen zien.

Bij de zeesluis van Leer krijgen we te horen dat we moeten wachten tot 14.00 uur om te mogen schutten. Als er een binnenvaarder komt mogen we daarmee schutten, maar dat gebeurt niet. Eerst willen we aanleggen aan een steiger vlak bij de sluis, maar de havenmeester waarschuwt ons, dat die plek droogvalt bij LW. Hij wijst ons een andere steiger waar we de opening van de sluis afwachten. Bij het kenteren van het tij verwisselen we de voorspring voor een achterspring. Achteraf hadden we de Belinga direct om moeten draaien, zodat we makkelijker weg hadden kunnen varen bij de opening van de sluis. Als er twee Nederlandse grote motorboten aankomen willen we de Belinga naar voren halen zodat zij ook bij de steiger kunnen afmeren, maar dat valt niet mee met de stroom op de kont. Met de motor bij lukt het uiteindelijk. We krijgen bezoek van de havenmeester van Leer, die ons wijst waar we na het schutten kunnen aanleggen. Hij ziet Elburg op de kont en zegt dat vorige week de Drammert van Elburg in Leer lag. De familie betrekkingen worden uitgewisseld. Na het schutten meren we af. We blijven hier zeker twee nachten, anders moeten we morgen weer vroeg opstaan. We hebben een rustig plekje, maar mogen van de havenmeester morgen verhalen naar een plekje aan de promenade als  we dat willen. Dan moeten we wel voor achten die plek innemen. We besluiten om hier te blijven liggen. Lekker rustig en net zo dicht bij de stad. Elvira loopt het stadje in. Het heeft een winkelstraat die lijkt op de Oudestraat in Kampen. Morgen gaan we Leer verder verkennen.

Donderdag 2 en vrijdag 3 augustus

We blijven in Leer en brengen de dagen door met stadje bekijken, boodschappen doen ( drop, tum tum en borrelnootjes bij de Hema), boek lezen, klusjes doen, de was enz. Het is nog steeds mooi en warm weer. We genieten van het rustige plekje. Morgen richting Delfzijl, dus vroeg op.