September 2021

Op 1 september met veel lawaai van de auto van Edgar al vroeg op weg naar Giethoorn. Edgar schenkt zijn punter aan de visserijvereniging/punterclub van Elburg. De punter ligt in Giethoorn, dus gaan wij met ons drieën (Edgar,Bertus en Elvira) op weg om de punter naar Elburg te varen. In Giethoorn de auto stallen en op weg naar de ligplaats van de punter. Bertus klimt erin en haalt hem met enig gedoe naar het punt waar de pomp staat, daar wordt de punter van het overtollige water ontdaan. Ook wordt er door een medewerker ( scheef) een stukje van de mast afgezaagd, dat er niet meer zo jofel uitzag. Na een klein stukje varen halen we de meegebrachte spullen: kussens, peddel en de kostmand, waarin eten en drinken, uit de auto en installeren we ons. We varen langs de benzinepomp en vullen de jerrycans en de benzinetank vol en gaan op weg naar Elburg, via Belterwijde, de Beukersgracht en Beukerssluis, het Meppelerdiep en Meppelersluis, het Zwarte water, het Ganzendiep, druipsluis, de IJssel, de Scheeresluis, het Reevediep, de Reevesluis, Drontermeer en Havenkanaal. Het is mooi weer, niet te koud en niet te warm. De motor doet het goed, tot Bertus in het Ganzendiep aan Edgar vraagt of het normaal is dat de motor heet wordt. Dat is het niet, dus de motor gaat uit en we dobberen met behulp van de peddel een klein stukje verder. Gelukkig gebeurt het hier en niet op de IJssel. Als de motor is afgekoeld kunnen we hem gelukkig weer starten en onze weg vervolgen. Na ongeveer 58 km, 5 sluizen en 16 bruggen komen we behouden in Elburg aan, waar we opgewacht worden door een aantal bestuursleden van de punterclub, die zeer verguld zijn met het geschenk van Edgar. Het is dan ook een mooie, ruime punter. Zaterdag is de officiële overdracht, daar is ook Rolf met gezin bij.
Zie de berichten op Facebook van de visserijvereniging en de Loermeeuw:
https://www.facebook.com/202070726921884/posts/1234346203694326/
https://www.facebook.com/127739934301965/posts/1168827280193220/

Maandag 6 september slapen we aan boord van de Belinga en dinsdag gaan we vroeg op weg om Ellen op te pikken bij Roggebotsluis. Daar zijn we iets later dan verwacht omdat het schutten bij de Reevesluis erg lang duurde. Als alle spullen van Ellen aan boord zijn gaan we op weg. Het doel is Medemblik. Er staat bijna geen wind, dus het is een rustige overtocht met veel zon. Er is in de oude haven niet veel plek, dus we moeten “ door de brug” en meren af aan de overkant. Na een aanlegbiertje en daarna eten, drinken we een biertje bij Brakeboer.

Woensdag 8 september op weg naar Texel is er enige paniek: onze autohelm gaat een eigen leven leiden en laat ons alleen maar rondjes draaien. Gevolg: geen stuurautomaat, dus zelf sturen. Door de sluis bij Den Oever en het Wad op. Direct na de sluis snuiven we het zoute water op. De stuurautomaat doet het weer gelukkig. We kunnen hierop ook weer zien, naast de iPad en het “ gewone” kompas, welke richting we uitvaren. We varen via de Bollen, dat moet makkelijk kunnen volgens Ellen. Dat is ook zo, maar dan moet Bertus niet een stukje af willen snijden. Gelukkig gaat het goed, al geeft de dieptemeter weinig water onder de kiel aan.
Op Texel moeten we nu in de jachthaven een plekje vinden, in tegenstelling tot het afmeren van de Zeelandia in de havenkom. Het is een mooie jachthaven met drijvende steigers. Het havengeld, niet goedkoop, is inclusief water, stroom, douches en WiFi (we gebruiken zoals gewoonlijk onze eigen wifi, betere ontvangst).
De fietsen worden van boord getild en Ellen en Elvira gaan via de knooppunten een route rijden. We kunnen het tweede knooppunt niet vinden, is niet duidelijk aangegeven, maar wel het bijna laatste, dus we besluiten om de route omgekeerd te fietsen. Weer op de Belinga kijken we hoe laat we morgen kunnen vertrekken i.v.m. de stroom. Morgen gaan we naar Den Helder.

Donderdag 9 september maken we om 11 uur de landvasten los. Bertus had al een hele strategie uitgedacht, nadat er een aantal schepen die voor ons vertrokken nog al wat moeite hadden om weg te varen, maar dat is achteraf helemaal niet nodig. Geen nieuwe achterspring nodig, maar even de kopschroef gebruiken en wegvaren. Dat ging van een leien dakje.
Buiten de haven trekken we het steunzeiltje omhoog. We deinen wel erg heen en weer, maar of het steunzeiltje veel heeft geholpen ….. In Den Helder na de sluis en twee bruggen meren we af aan de kade. Ellen en Elvira gaan de stad bekijken en Bertus past op de Belinga. Den Helder is niet een gezellige stad.

Vrijdag 10 september volgen we het Noord Hollandsch kanaal naar Alkmaar. We passeren 18 bruggen en leggen aan aan de Bierkade, net voor het pontje dat maar heen en weer blijft varen. Alkmaar is een gezellige stad met veel exclusieve winkeltjes in kleine straatjes, naast de gewone winkels zoals je die in elke stad tegenkomt. We voelen ons thuis aan de Bierkade, al is het een drukke weg met veel autoverkeer en feestgedruis. We slapen er goed op.
We besluiten om nog een dag in Alkmaar te blijven. Bertus belt met Theo om te melden dat we hier zijn. Hij komt met Herma op de koffie en we halen herinneringen op aan vroeger, toen we veel gezellige momenten samen hadden in Bichlbach. Ook met de vader en moeder van Herma en de rest van haar familie. De ontmoeting is of we elkaar pas nog hebben gezien, maar het is zeker 15 jaar geleden dat we samen bij Walter en Barbera logeerden. De havenmeester komt langs. We moeten toch verhalen, we liggen op de meldplaats en die laten ze liever vrij. Aan de overkant is de plaats van de scouting. boot vrij en daar mogen we liggen. Die komen de volgende dag in de middag terug, maar dan zijn wij al weg. Herma en Theo varen mee naar de nieuwe ligplek.
Na het koffiedrinken gaat Elvira op weg naar de Spar om inkopen te doen, maar daar hebben ze niet alle boodschappen die ze nodig heeft, dus besluit ze om verder te lopen naar de AH. Op Google Maps leek het dichtbij, maar dat valt vies tegen. Het is een flinke wandeling. Terug bij de Belinga pakt ze een landvast aan van een zeilbootje met daarop 2 jongens en 7 meiden. De meisjes gaan de stad in en die komen ‘s avonds terug. Met veel gegiechel en gelach blijven die aan boord slapen. Ze moeten haast opgestapeld hebben gelegen…


Zondag gaan we op weg richting Zaandam. We passeren een aantal bruggen. Komen langs de Zaanse schans, de adelaar en de meisjes van Verkade. Als bij de bruggen het licht op rood/groen staat geeft Bertus al gas. Bij een van de bruggen krijgt hij een waarschuwing en hij belooft zich verder aan de regels te houden. Als we door de sluis in Zaandam zijn kijken we naar een plekje om aan te leggen, maar er is in de buurt niets wat ons bevalt. Dan maar verder kijken.

Uiteindelijk besluiten we naar Nieuwendam te varen. Daar hebben we vroeger met de Orca ook wel gelegen als we op weg waren naar IJmuiden of op de terugweg vanaf IJmuiden. Frike en Jan Otto woonden daar op de Nieuwerdammerdijk en het was makkelijk om bij hen de was in de machine te stoppen. We hebben een mooi plekje in de haven. Ellen en Elvira gaan een ommetje maken en lopen langs het oude huis van Elvira’s zus en zwager. Op de terugweg drinken we een biertje bij café het Sluisje. Bertus komt ons daar gezelschap houden. Morgen blijven we hier liggen en gaan dan een eindje fietsen.

Maandag 13 september is het bewolkt en niet erg warm. We doen kalm aan met ontbijt en koffie. Het blijft aan de koude kant. Toch gaan de fietsen op de kant en we beginnen aan de tocht die Ellen heeft voorbereid, ahem.. De eerste knooppunten gaan goed, maar de Durgerdammerdijk is afgesloten. We fietsen zover mogelijk door, maar over de dijk komen we niet, dan maar binnendoor naar Holysloot, waar we het pontje kunnen nemen, helaas vaart het pontje in september alleen op zaterdag en zondag, dus dat gaat wederom niet door. Een ander knooppunt opgezocht en met een omweg komen we aan de overkant en vervolgen de route. We komen nog een omleiding tegen, maar we houden goede moed, het ging tenslotte om het fietsen en dat hebben we gedaan. Terug op de Belinga, keurig schoon gepoetst door Bertus, rusten we uit. De fietsen worden weer aan dek getild, de waterslang wordt alvast voor morgen klaargelegd. Na het eten en een lekkere koffie wordt er gelezen, filmpje gekeken, gehaakt en spelletjes gedaan tot bedtijd.

Dinsdag 14 september.
We verlaten Nieuwendam, daar komen we vast nog weleens terug. De haven: W.V.Het Jacht, bevalt ons goed. Niet te duur en alles inbegrepen: water, stroom en douches. Bij de Oranjesluis hoeven we niet te wachten. Als we aan komen varen springt het licht op rood-groen. Ook de Schellingwoudebrug draait voor de jachten die bij ons in de sluis lagen, maar die opening hebben wij niet nodig. We kunnen er onderdoor. Dat is een voordeel van motorboot varen. Het volgende kunstwerk dat we tegenkomen is de Hollandsche brug. Ook daar kunnen we onderdoor.
We besluiten om te overnachten in Huizen, daar zijn we een paar keer eerder geweest. Nieuw is de regel dat we met de kop voor naar buiten moeten aanleggen, dat betekent dat we de stootwillen van stuurboord naar bakboord moeten verplaatsen. De havenmeester pakt onze landvasten aan en we kunnen ook direct afrekenen, dat bespaart ons een wandeling naar het havenkantoor. Als je stroom wilt hebben kun je dat met de app AanUit.net doen, maar na een aantal uren varen zijn de accu’s vol.
Er is een nieuwe Lidl vlakbij en Ellen en Elvira gaan die ontdekken. In de tussentijd vouwt, na schoonmaken, Bertus de bijboot op tot een klein pakketje, zodat hij meer overzicht heeft bij het varen.

Woensdag 15 september. We varen richting Harderwijk. De zon laat zich maar sporadisch zien en het waait ook behoorlijk. Na een bijna aanvaring, volgens een in de vaargeul varende schipper, vervolgen we onze weg naar de Nijkerkersluis en daarna Harderwijk. We meren af bij het strandje, hoge wal en aan bakboord. Een uitdaging voor de schipper. Zonder kopschroef hadden we het niet gered. We lopen de stad in en Ellen verbaasd zich over de vele winkels. Na een cadeautje voor Bertus voor de “lekkere” koffie gekocht te hebben vermaken we ons voor de rest van de dag op de Belinga. Elvira loopt wel nog naar de overkant om een foto te maken, maar kan niet verder door het hek van het Dolfinarium. Een aantal kanovaarders maken gebruik van de luwte in de haven.

Donderdag 16 september. Het reisdoel is Roggebothaven. Daar gaat Ellen van boord. Eerst gaan Bertus en Elvira boodschappen doen in Kampen met de auto van Ellen. Daarna is het de beurt van Ellen, die gaat Enzo ophalen. Elvira gaat nog een ommetje maken. Bij thuiskomst van Enzo laat hij duidelijk zijn ongenoegen blijken als Ellen weer aan boord van de Belinga is. Onder het eten komt hij zelfs dichtbij de Belinga om Ellen op te halen. Als Ellen dan zelf wel naar de boot gaat is Enzo tevreden. Hij gaat zelf op jacht en verblijdt LL met drie dode muizen.

Vrijdag 17 september zetten we ‘de koers’ uit naar Keteleiland. Bij het afmeren horen we dat de schroef ergens tegenaan komt. Ook kunnen we niet aan de kant komen. Vreemd, want we hebben water genoeg onder de kiel. De Belinga naar achteren getrokken en daar aan de wal. Dat ging wel goed. Bertus gaat met een ankertje proberen om het obstakel uit het water te trekken, maar dat lukt niet. Het dregje zit muurvast. Nollie komt morgen en die wil wel het water in om te kijken wat er in het water ligt en kijken of we ook schade aan de schroef hebben. Ondertussen is Wim gearriveerd en die heeft de duikspullen aan boord. Hij gaat het water in. Er blijkt een plank van de beschoeiing schuin in het water te staan. Hij doet er een touw omheen en met een bijdehandje en mankracht wordt de plank uit het water getrokken. Wim kijkt ook nog bij onze schroef, maar die is gelukkig niet beschadigd.

Geef een reactie