Sluizen Nederlands – Frans

De SluisL'ÉCLUSE
Wat is de naam van uw schip?Quel est le nom/la devise de votre bateau?
De naam van mijn schip is Belinga.Le nom de mon bateau est Belinga. Bravo, echo, lima,india,november, golf,alpha
Wat zijn de afmetingen?Quelle sont les dimensions?
15 meter lang bij 4,5 meter breed, met gestreken mastquinze mètres de long et quatre mètres et demi de large
13,5 meter lang bij 4,5 meter breedtreize mètres et demi de long et quatre mètres et demi de large
Wij zijn een recreatie vaartuigNous sommes un bateau   de plaisance
Van waar naar waar?Vous venez d'où et vous allez où
Waar komt u vandaan?Vous venez d'où?
Wat is uw bestemming? Waar gaat u heen?Quelle est votre destination? Vous allez où?
Wij komen van x en gaan naar y.Nous venons de x et nous a  allons vers y.
Wat is uw maximale /huidige diepgang?Quel est votre tirant d'eau maximum /actuel ?
1,40 meterun mètre quarante
Hoeveel personen zijn er aan boord?Combien de personnes y a-t-il à bord?
Wat is de thuishaven van uw schip?Quel est le port d'attache de votre bateau?/Quel est votre domicile?
De thuishaven is Elburg.Le port d'attache est Elburg
Wie is de eigenaar?Qui est le propriétaire/l'armateur?
Hoeveel PK/KW?combien de CV /KW? {cv=sé-véj kw=kà-doebl- véf)
Wat is de nationaliteit?Quelle est la nationalité?
Wij hebben de Nederlandse nationaliteitNous sommes de nationalité néerlandaise
Wat is uw positie?Quelle est votre position?
lk ben opvarend/afvarend bij kilometer/boei...Je suis montant/avalant au kilomètre/à la bouée...
Hoe ver bent u nog van de sluis at?Vous êtes à guelle distance de l'écluse?
Wij zijn opvarend twee kilometer beneden de sluis.Nous sommes montant à deux kilomètres en dessous (ãndsoe) de l'ecluse
Wij zijn afvarend twee kilometer boven de sluis.Nous sommes avalant à deux kilomètres au-dessus (ódsú) de l'ecluse
Achter/na welk schip zijn wij?Nous sommes derrière/après quel bateau?
Achter wie bent u aangekomen?Vous êtes arrivé après qui?
Wij zijn gisteren aangekomen voor /achter de X.Nous sommes arrivés hier [yèr] avant/après le X.
U bent achter de X.Vous êtes après(na) le X.
Welke sluis krijg ik, bakboord/stuurboord/middensluis?J' aurai/Ça sera quelle écluse? Bâbord/ tribord, ou l'écluse centrale?
U kriigt de stuurboord/bakboordsluis. Vous aurez/Ça sera l'écluse de tribord/de bâbord .
U moet naar de jachten/oost/west/midden/grote/kleine sluis.Vous devez/ Il faut aller à l'écluse pour la plaisance/ l'écluse de l'est/ de /'ouest/ centrale/ à la grande écluse/ la petite l'écluse
U krijgt de boven/beneden/halve/hele kolk.Vous aurez le sas supérieur/ -inférieur/la moitié du sas/le sas entier
U heeft de eerste/tweede/derde/vierde schutting:.Vous ayez la première/deuxième/troisième/quatrième bassinée.
Wij zijn de sluis aan het klaarmakenfde sluis staat klaar.Nous préparons l'écluse/l'écluse est prête.
U mag als tweede invaren.Vous pouvez entrer en deuxième.
U moet aan stuurboord/bakboord tegen de muur/langszii het motorschip xAmarrez-vous à tribord/bâbord contre le mur/bord à bord du bateau x
U  komt ais eerste/tweede/derde lengte bakboord/stuurboordVous serez le premier/deuxième/troisième longueur à babord/tribord
Motorschip x u moet als eerste stuurboord voorin de sluisBateau x, vous rentrez en premier, amarrez-vous tout au bout à tribord
Laat u het schip achter u voorbij, dat moet eerst invaren.Laissez passer Je bateau derrière vous, il doit entrer en premier.
Mogen wij invaren?Nous pouvons rentrer (dans l 'écluse)?
Ja, u kunt invarenOui, vous pouvez rentrer.
Vaart u maar eerst in.Vous pouvez entrer en premier/avant nous (ais eerste/voor ons).
De sluis gaat net open.L'ècluse vient juste d'ouvrir. (is open= est ouverte)
Komt u maar naar voren.Avancez, s'il vous plait.
Kunt u de lichten op groen zetten?Vous pouvez mettre les feux au vert?
Wij zijn aan het opschutten/afschutten. We schutten naar binnen/buitenNous sommes en train d'écluser en amont/en aval. Entrer dans le sas/sortir de l'écluse.
een opgaande / afgaande schuttingUne bassinée montante / avalante
Wij zijn aan het opschutten/afschutten en komen met één schip / leeg naar benedenNous sommes en train d'écluser en amont/en aval et ensuite il y aura une bassinée avec un avalant/ une fausse bassinée.
Wij zijn aan het invaren aan de benedenkant/bovenkant. Ais u op tijd bent, kunt u nog meeOn est en train de rentrer en aval /en amont. Si vous êtes à temps, vous pouvez aller avec (la même bassinée).
U kunt langzaam aan doen. De sluis is net weg.Venez doucement. L'écluse est déjà fermée.(= al gesloten).
U past er niet meer bij in de sluis.Il n'y a plus de place dans l'écluse
De sluis is nog niet klaar.L' écluse n'est pas encore prête.
Tot hoe laat kunnen wij nog schutten?Jusqu 'à quelle heure pouvons-nous encore écluser?
Ja , u kunt nog schutten.Oui, vous pouvez encore écluser.
Wij schutten tot x uur.Nous éclusons/ l'écluse fonctionne jusqu'à x heures.
Nee, u kunt niet meer schutten. Morgen beginnen wij om zes uur.Non, vous ne pouvez plus écluser. On recommence demain à six heures
De sluis is gespert/ dicht/ gestopt/ gesloten/ schut niet meer.L'écluse est bloqué/ fermé. / C'est terminé pour aujourd'hui. ( Het is afgelopen voor vandaag)
Wij willen sluis x bestellen voor morgen x uurNous voulons commander l'écluse x pour demain x heures.
Dat motorjacht, u moet achter de heroepsvaart in varen.Le plaisancier-là, il faut laisser la priorité aux bateaux de commerce.
Dat zeiljacht, u moet voor de heroepsvaart uitvaren.Le voilier -là, il faut sortir en premier, avant les bateaux de commerce
Sluismeester, zijn wij aan de beurt?Monsieur l'éclusier, c'est (is het) notre tour?
Ja, u bent aan de beurt.Oui, c'est votre tour.
Boudewijnsluis, ms x, mogen wij vast in de voorhaven komen?Écluse Baudouin, bateau x, on peut déjà rentrer dans l'avant-port?
Motorschip x, komt u maar vast in de voorhaven.Bateau x, vous pouvez rentrer par avance dans l'avant-port.
Nee, u moet buiten blijven wachten.Non, il faut/ vous devez attendre à l'éxtérieur (du port)
Sluis y, moeten wij nog met de papieren op de sluis komen?L'écluse y, est-ce que nous devons passer à l'écluse avec les papiers?
Ja, u moet de papieren laten zien. /Nee, dat hoeft niet.Oui , vous devez passer à l'écluse avec les papiers. /Non, ce n'est pas néessaire.
Kom ik nog afvaart tegen tot de volgende sluis/ op dit pand?Il y a encore des avalants d 'ici à l'écluse prochaine?/dans ce bief [bjèf}
Motorschip x , u krijgt (ontmoet) twee maal afvaart.Bateau x, vous allez croiser (tegenkomen) deux avalants.
Wat is de onderdoorvaarthoogte van de laagste brug?Quelle est la hauteur libre du pont le plus bas?
Attentie, de stuw wordt gesloten (neergelaten), u moet door de sluisAttention, le barrage va être fermé ( va descendre), il faux passer par l'écluse.