Tijdens de vaart

Tijdens de vaartPENDANT LA NAVIGATION
Motorschip x opvarend/afvarend boven/beneden de brug/stuw van ...Bateau x montant/avalant au-dessus/en dessous [ódsu/ändsoe] du pont/du barrage de ...
Wij wachten tot u erdoor bent. Bent u alleen?Nous allons attendre votre passage. Vous êtes seul?
Kan ik doorkomen? Wij zijn alleen.Je peux continuer? Nous sommes seuls .
De opvaart/afvaart bij x, komt u maar door.Le montant/avalant à x, vous pouvez continuer.
Oké, wij komen door.D'accord, nous continuons/on continue.
Ok, begrepen, bedankt.D'accord, compris, merci beaucoup.
Motorschip x opvarend steekt over van de rechteroever naar de linkeroever.Bateau x montant, va croiser de la rive droite [drwàt] vers la rive gauche  [koosj/ (of: vers Ie cöté bäbord du chenal= bakboordzijde vaargeul).
Voor de afvaart: stuurboord/stuurboord (blauw bord /knipperlicht).Pour l'avalant: tribord/tribord (panneau bleu/ feu blanc scintillant).
Voor de lege/geladen afvaart: bakboord/bakboord.Pour l'avalant vide /chargé: bäbord/bäbord.      Let op: in Frankrijk spreekt men ook van rechts-rechts> droite-droite [drwàt-drwàt], wat wil zeggen dat je juist de rechteroever moet houden, en links-links> gauche-gauche [koosj-koosj] voor de linkeroever. Om misverstanden te voorkomen zegt men daarom soms ook rood-rood> rouge-rouge [roezj-roezj] of groen-groen> vert-vert [vèr-vèr], wat dus overeenkomt met bakboord-bakboord en stuurboord-stuurboord.
Motorschip x aan de  ...Bateau x  ...
    hoogspanning   au cable à haute tension
    peilsxhaal   à l'échelle limnimétrique (of: hydrométrique)
    stuw   au barrage
   de steiger   à l'estacade
   de doorsteek   au passage
   eerste palen   au premiers duc-d'albes/
   sluisgebied   aux abords de l'écluse
   kade   au quai
   splitsing   à l'embranchement (=zijkanaal. aftakking)/au confluent (=samenvloeiing rivieren)
   werf van   au chantier de ...
Motorschip x zit ....... motorschip y.Bateau x se trouve ....... du bateau y.
   voor   devant
   achter   derrière
   naast   à cöté du
   tegenover   en face du
   boven   au-dessus
   beneden   en dessous du
Koppelverband in fles /brede formatie opvarend aan de Sassenplaat en wil de Dordtse Kil invaren.Formation à couple (ook: pousseur) en flèche/en formation large montant áu Sassenplaat veut entrer [untré]le Dordtse Kil.
Spits afvarend in de Noord en wil de Lek opdraaien.Péniche avalant dans la Noord et veut aller à la Lek (virer en amont).
Is er nog opvaart/ afvaart bij de / op de /in de buurt van x?1l y a encore des montants/avalants au [ó] x/sur Ie/ près de ...x?
Kan ik uit de haven komen?Je peux sortir du port?
Motorschip x, alles is vrijBateau x, tout est [toet è] libre.
Motorschip x, er is één opvaart en twee maal afvaart op driehonderd en achthonderd meter.Bateau x, i! y a un montant et deux avalants à trois cents et à huit cents mètres.
Zit er nog iets achter u?Il y a encore quelqu'un derrière vous?
Ja, wij zijn de eerste van de drie schepen./Nee, wij zijn het laatste schip.Oui, nous sommes Ie premier de trois bateaux./Non, nous sommes Ie dernier bateau.
Kan ik u aan bakboord voorbijkomen?Je peux vous trémater /dépasser à votre bäbord?
Nee, komt u mij maar aan stuurboord voorbij.Non, trématez/dépassez moi à tribord, s'il vous plaît.
Motorschip x komt achteruit, die opvaart ter hoogte van x, komt u aan mijn stuurboord/bakboord voorbij.Bateau x recule/bats en arrière (=slaat achteruit), Ie montant à la hauteur de x, dépassez-moi à mon tribord/bäbord.
Komt u aan onze stuurboord/bakboordkant voorbij.Dépassez-nous à notre tribord/bäbord, s'il vous plaît.
Wij komen achteruit aan uw bakboord zijde voorbij.Nous reculons et nous vous dépassons à votre babord./On bats en arrière (=we slaan achteruit).
Radar Terneuzen, ms x afvarend aan de (boei) 22/tweeëntwintig met bestemming de sluis.Radar Terneuzen, bateau x, avalant à la (bouée) 22/vingt-deux, en direction de l'écluse.
Komt u maar naar de oostsluis, die vaart zo uit en er komen vier schepen uit.Venez vers l'écluse de !'est, elle va s'ouvrir dans un instant et il y a quatre bateaux qui en sartent
Radar Hansweert, ms x opvarend aan de (boei) 47 /zevenenveertig en wil oversteken naar de voorhaven.Radar Hansweert, Ie bateau x, montant à la (bouée) 47 /quarante-sept et voulant traverser vers l'avant-port.
Motorschip x, die kruisende zeevaart roept u op!Bateau x, Ie cargo maritime croisant vous appelle (sur la VHF [vé-asj-èf])!
Motorschip x, wacht u even de afvarende zeevaart af en maakt u een afspraak met de tweede afvaart, dat is de y.Bateau x, attendez Ie passage du cargo avalant et mettez-vous d'accord avec Ie deuxième avalant, c'est [sè] Ie y.
Gaat u voor of achter die opvaart/afvaart langs?Vous allez passer devant ou derrière Ie montant/l'avalant?
Motorschip x, u kunt overkomen, maar let u op de coaster achter u.Bateau x, vous pouvez traverser, maïs [mè] faites attention au caboteur derrière vous.
U moet de rode /goene kant aanhouden. Blijft u stand-by!Vous devez tenir Ie cöté rouge/vert [roezj/vèr]. Restez à l'écoute, s'il vous plaît!
U moet de rode ton aan stuurboord houden! (Aan uw stuurboord zijde).I1 faut/Vous devez garder la bouée rouge à tribord! (À votre coté tribord).
U moet nu hard naar bakboord komen!11 faut/Vous devez virer tout de suite [toetswietj à bäbord!
U gaat recht af op de ton/krib/kant!Vous allez tout droit à la bouée/l'épi/la rive!
Naar stuurboord/bakboord gaan.Aller à (gaan naa)/Virer sur(draaien) tribordfbäbord.
Motorschip x, hier sector Tiel, dat is begrepen./ik heb u niet  verstaan, kunt u dat herhalen?Bateaux x, ici secteur Tiel, c' est compris./!e ne vous ai pas compris, voulez-vous répéter cela?
Komt u maar door, de stroomsnelheid op de kruising is drie kilometer per uur.Vous pouvez continuer, la vitesse du courant au croisement est trois kilomètres par heure.
Het is hier verplicht rechtsverkeer.lci, il faut garder obligatoirement le cöté droit du chenal.
Voorrang verlenen aan ...Laisser la priorité à ...
We gaan-/On va-
   aanleggen   s'amarrer
   achteruit slaan   battre en arrière
   afstoppen   ralentir
   de haven in-/uitvaren   entrer dans Ie port/sortir du port
   de sluis invaren   entrer dans l'écluse
   kop voor nemen   virer cap à l'aval
   opdraaien   virer cap à l'amont
   oplopen/voorbijkomen   trémater /dépasser
   oversteken   croiser
   rond/zwaaien   virer
   sneller varen   accélérer / augmenter la vitesse
   vertrekken   partir/démarrer